Michiel Romeyn (64), onder meer bekend van zijn legendarische typetjes in Jiskefet, is dit jaar een van de curatoren van de beeldententoonstelling ArtZuid. Claudia Schoemacher deelt de lakens met de acteur en beeldend kunstenaar voor een onderhoudend gesprek over misdaad, kunst, humor en tosti’s.
ZIJN TYPETJES STORM EN OBOEMA zijn inmiddels legendarisch. Romeyn won (in 1987) een Gouden Kalf voor beste acteur en speelde diverse rollen in films en tv-series zoals Rembrandt en ik, Danni Lowinski en De Grote Zwaen. Ik ontmoet hem in het Hilton, in de suite waar John Lennon en Yoko Ono in ’69 hun ‘bed-in’ hielden uit protest tegen de Vietnamoorlog.
En plein public trekt hij op het toneel met plat-Amsterdamse tongval en dito bravoure direct de aandacht. Privé daarentegen spreekt Michiel met zachte stem en is hij opvallend bescheiden. Ik verwachtte tegenover ‘Storm’ te komen zitten, maar Romeyn spreekt keurig ABN, zonder ook maar een spoortje Amsterdams. Gedurende dit interview zal de uitgebleven bestelling van de tosti’s als running gag door het gesprek lopen.
Het valt mij op dat jij van het Jiskefet-trio het meest geliefd bent bij het volk.
Wuift mijn compliment weg: ‘Ja, ja.’
Ik ben blij dat ik het nu tegen je kan zeggen, want kunstenaars krijgen vaak pas na hun dood erkenning.
Droog: ‘Nou gelukkig zeg je het vóór mijn dood. Op YouTube kijken anderhalf miljoen mensen per maand naar de oude serie Jiskefet. Dat zegt natuurlijk veel over de kwaliteit van de serie.’
Ja, maar ook over hoe geliefd je bent.
Om zich heen kijkend: ‘Waar blijven de tosti’s?’
Het interview begint chaotisch, dus verontschuldig ik me.
Ik beloof hem plechtig dat ik er echt een coherent stuk van zal maken. Michiel: ‘Heb je eigenlijk wel een opbouw?!’
Plotseling wijzend: ‘Kijk, daar loopt mijn ex. Niet kijken, gewoon doorpraten.’ Met een uitgestreken gezicht voert hij sketches op, waarna ik alleen maar in lachen kan uitbarsten. Het is lastig concentreren, want Michiel is in meesterlijke vorm en zó geestig. Het woord ‘grappig’ haat hij, dus dat woord moet ik angstvallig zien te vermijden. (Van de zenuwen krijg ik een Tourette-achtige aanval waardoor ik het alsnog voortdurend zeg).
Van mij mag je vaker op televisie. Het is strontvervelend steeds dezelfde kliek te zien.
‘Ja, die kliek speelt elkaar allemaal de bal toe, maar ik heb mezelf ook niet populair gemaakt. Ik ben geen slijmerd. Ik zeg vaak waar het op staat. Mensen vinden dat dan zuur, maar ik bén niet zuur. Ik word zuur gemáákt.’
De styliste komt binnen met de kimono’s. Ze is uitgedost in een extravagante jas met ijzeren noppen. Michiel is onmiddellijk afgeleid. Zet zijn Oboemastem op: ‘Jij denkt, ik doe mijn Game of Thrones-outfitje aan? Dan, tegen mij: ‘Wie moet er hier eigenlijk een kimono aan? Jij of ik?’ Ik wijs naar hem. Romeyn: ‘Jezus Christus!’
z
Ik las dat je best veel programma-ideeën hebt. Waarom zien we daar niets van terug op televisie?
‘Je kunt wel een plannetje indienen bij de VPRO, maar het moet toch naar de netmanager. Hoe je het wendt of keert. En daar blijft het steken.’
Het zit hem duidelijk dwars, maar Romeyn wil het er niet meer over hebben. Hij verandert van onderwerp. ‘Met wie heb jij eigenlijk verkering?’
Met Robert Schoemacher.
‘O ja.’
Wijst naar de bar.
‘Daar heeft Herman (Brood, red.) nog gezeten, voordat hij eh… Dan moet je wel lef hebben.’
Michiel, laten we het nu weer even over jou hebben...
‘Wacht even, daar heb je mijn ex weer.’
Wat we met elkaar gemeen hebben is de fascinatie voor misdaad. Ik schreef het boek Kind van de Onderwereld, jij verzamelde glasscherven nadat crimineel Stanley Hillis was geliquideerd…
‘Klopt, dat was in Watergraafsmeer. De achterruit en zijruiten van Hillis’ auto waren eruit geschoten. Er lagen zes hoopjes glas. Nadat de recherche de auto had weggesleept, heb ik thuis een laddertje gehaald om van bovenaf een foto te maken. Je ziet op de foto die wielsporen met die keurige bergjes glas erbij. Ik weet nog niet wat ik ermee ga doen.’
Wijst: ‘Kijk uit! Chinese maffia achter je.’
Ik draai me om en kijk recht in het gezicht van een nietsvermoedende Aziatische toerist.
Michiel vervolgt: ‘Cor van Hout zag ik ooit, honderd jaar geleden, met zijn vrouw samen bij een Chinees restaurant in de Maasstraat. Als twee stokstaartjes keken ze zo naar buiten.’ Hij doet een stokstaartje na. ‘Toen werd hij volgens mij al bedreigd.’
‘Ik heb van mijn leven nog nooit zo gelachen als in de Bunker bij die verhoren van Holleeder. Ik denk dat ik bij wel vijftig zittingen ben geweest. Weet je dat hij oergeestig is? Wel levensgevaarlijk natuurlijk.’
Denk jij dat Holleeder levenslang gaat krijgen?
‘Geen idee!’ Imiteert het nasale stemgeluid van Peter R. de Vries: ‘Dat kunnen ze natuurlijk niet maken ten opzichte van Peter en die zussen.’ Persifleert Holleeder: ‘Je bent te láát met betalen. Ik kan niets meer voor je doen. Je mág niet eens meer betalen. Het is gebeurd met je!’
Met eigen stem: ‘Waar blijft m’n tosti, Jezus!’
Is misdaad voor jou niet gewoon een vorm van abstracte kunst?
‘Ja, dat zie je goed. Dat is helemaal waar. Zo’n slimme opmerking heeft nog nooit iemand gemaakt. Ik zie het als een vorm van ‘Minimal Art’ (stroming in de beeldende kunst, red.). Door in te zoomen op een detail, bijvoorbeeld de tegels waar iets is gebeurd, breng ik het terug tot Minimal. Het gaat om de spanning die ontstaat door het creëren van een tegenstelling met de omgeving. Misschien ga ik tijdens ARTZuid ook wel iets doen met het bankje aan de Apollolaan waar Willem Endstra en Holleeder zaten. Bouw ik er een lijkenkist omheen.’ Vervolgt: ‘Het is ook die wereld eromheen, hè. Als acteur kruip ik in de huid van die criminelen, terwijl ik het eigenlijk helemaal niet zo leuk vind om ze te spelen. In De Grote Zwaen, een film van regisseur Max Porcelijn, speelde ik een drugsimporteur. Moet je maar eens kijken. Dat intimideren heeft Max heel goed in beeld gebracht. Zo eng, die camera zoomt langzaam in op mijn gezicht. Je ziet dan zo’n begripvol hoofd, en dan bang, bang! Dan denk ik: hè, gadverdamme, hou op Romeyn.
Voor het programma YEP! op Comedy Central maakte ik samen met Porcelijn De Afrekening. Kijk maar, staat op YouTube. Ik speel een liquidatiescène na met acteur Pepijn Lanen. We filmden het midden in de polder en monteerden het met jaren zeventigbeelden erdoor. Het resultaat is heel heavy, heel naar. In totaal maakte ik met Porcelijn zeven filmpjes, maar er is geen kip die het wil hebben. De tijden zijn veranderd. Het is stompzinnigheid alom.’
Als je terug zou kunnen gaan in de tijd, wat zou je dan anders hebben gedaan?
‘Dan had ik me veel meer op de beeldende kunst gericht. Ik ken Herman Koch nog van vroeger. Hij woonde bij mij in de buurt. Wij vonden het altijd al leuk om sketches te maken, en van het een kwam het ander. Ik kwam terecht bij theatergezelschap Orkater, zo ben ik er een beetje ingerold. Met Herman heb ik nog heel lang radio gemaakt, wat ik ook ontzettend leuk vond om te doen. Daarvoor hadden we met acht jongens discotheek Mazzo.’
Had je misschien meer willen produceren?
‘Nou, als ik echt de beeldende kunst in was gegaan, maar het was zo ingewikkeld… Je verdiende er geen cent mee. Ik kon wel heel goed tekenen, dus ik ging naar de Rietveld Academie en vroeg later aan die leraren: als ik nou straks van die school afkom, wat kan ik dan gaan doen? Bij de sociale dienst op de Vlaardingenlaan een uitkering aanvragen? Je moet heel fanatiek zijn en enorm overtuigd zijn van jezelf. Dat was ik helemaal niet. Als ik wat meer kapitaal had gehad, was ik in de beeldende kunst terechtgekomen. Maar goed, dat was niet zo.’
Heb je überhaupt ergens spijt van?
‘Nou, ik had misschien een school moeten afmaken. Ik heb altijd een hekel aan scholen gehad.’
Misschien omdat je niet tegen autoriteit kunt?
‘Absoluut’. Met een kwinkslag: ‘Misschien was ik wel in de criminaliteit terechtgekomen.’
Is er nog een kunstproject dat je heel graag wil maken?
‘Ja, maar het is zo lullig, daar heb je weer heel veel geld voor nodig. Ik kan al mijn plannen wel gaan indienen bij commissies, maar dan krijg je weer hetzelfde als met die netmanagers. Dan denk ik: man, hoelang zit jij nu al op die post, dat je dit niets vindt? Het zijn vaak niet de beste mensen op die plekken. Nee, je moet gewoon autonoom dingen maken die je zelf leuk vindt.’
Op de website van het AD becommentarieer je wekelijks de actualiteit in Huize Vleeshamer. Dat is al een goede stap in de richting.
‘Jawel, dat is humor die een beetje uit het straatbeeld is verdwenen. Maar dat is een kleine column en binnenkort ook weer afgelopen. Ik vond het erg leuk om een ouwe Amsterdammer neer te zetten, en het plakken van die YouTube-filmpjes ertussendoor, een vondst.’
Zou je niet weer kunnen spelen met Beppie Melissen? Samen hadden jullie een mooie chemie.
‘Zeker, maar we zijn ook allemaal een stuk ouder. Ik zou best wel iets willen maken – en daar hadden we het net al over – maar ik wil wél de garantie dat het ergens terechtkomt. Anders kun je het net zo goed door de plee spoelen. Dat is het grote probleem.’
Moet het per se op de VPRO te zien zijn? RTL zou toch ook kunnen? Directeur Sven Sauvé riep laatst dat alle programma-ideeën welkom zijn. Of is RTL niet jouw publiek?
‘Jazeker, ik maak toch ook filmpjes voor het AD?’
Ik vind jou niet zo’n typische linkse lul.
‘Nee, dat ben ik ook helemaal niet.’
En je bent ook niet rechts…
‘Ik zwerm ergens ertussen.’
Jouw humor doet me denken aan die van cartoonist Peter van Straaten. Zijn kenmerk was een haarscherp oog voor ‘het menselijk tekort’. Jij bent ook iemand die observeert, analyseert.
‘Van Straaten kende ik heel goed… Daar kon je enorm mee lachen ook.’
Op intellectuele wijze legde Van Straaten maatschappelijke issues bloot. Hetzelfde doe jij met je typetjes.
‘Mwah, ik ben geen intellectueel. Ik heb nooit op school gezeten.’
Nee, maar je hebt wel het intellectuele vermogen om absurde situaties – en nu noem ik maar even een hip woord – te duiden.
Michiel wordt zichtbaar ongemakkelijk van complimenten en praat eroverheen:
‘Het ergste woord vind ik ‘grappig’. Dat is toch een verschrikkelijk woord? Grappig. Dat is een knuffel op de achterbank van een Toyota. Zet een stemmetje op: ‘Oh meid wat leuk, wat grappig.’ Verduidelijkt: ‘Grappig is namelijk iets wat niks is.’
Het moet voor jouw moeder enorm genieten zijn geweest met die absurdistische sketches die je opvoerde als kind in de huiskamer.
‘Ik ben echt geboren als komiek. Maar ik had ooms die ook érg leuk waren. Dat was altijd hoe goorder, hoe leuker. Ik zal ook nooit de blik van mijn moeder vergeten toen wij Tante Poes de Musical opvoerden en zij voorin de zaal zat. Zelfs het publiek was doodstil.’
Wat gebeurde er dan?‘Ik speelde Tante Poes, een vrouw met een enorme uitgezakte kut.’ Romeyn zingt een lied dat lijkt op een persiflage van Jordanees cabaret. ‘Ken je het niet?’ Hij legt me spontaan de hele scène uit van Tante Poes en Jantje Haring. ‘In haar café houden ze een inzameling, zodat ze haar uitgezakte kut kan laten liften in Connecticut. Die uitgezakte kut had Tante Poes opgelopen doordat ze met een klap was terechtgekomen bij het schansspringen.’ Gebarend: ‘Ik ging dus zitten op het toneel met die enorme kut die we speciaal lieten maken van rubber, met haren en al. En die was zó tussen mijn benen geplakt en hing zichtbaar voor het publiek onder uit mijn rok. Wat gebeurde er: het was zo warm in de zaal, dat die kut helemaal ging loshangen. Mijn moeder zat op de voorste rij alleen maar met haar hoofd te schudden.’
Wat vind jij een goede tv-serie?
‘The Office. Het beste wat ooit gemaakt is. De acteur en medeschrijver van de serie, Ricky Gervais, vind ik een geweldenaar. Lily, mijn verkering, kan er niet naar kijken. Het is zo direct, het is gewoon boren op de zenuwen.’
Welke kunstenaar bewonder je?|
Ik ben afgelopen december naar een tentoonstelling geweest van David Lynch (regisseur en beeldend kunstenaar, red.) In het Bonnefantenmuseum in Maastricht. De tentoonstelling heette Someone is in my house. Geweldige kunst, maar ook doodeng.’
Zou jij het niet leuk vinden om les te geven aan studenten in de beeldende kunst?
‘Weet ik niet. Ik heb op de Rietveld Academie weleens een gastcollege gegeven. Moest ik ten eerste allemaal in het Engels doen, want er zat geen Nederlander in de zaal. Al die beeldende kunst-mensen en artiesten zijn natuurlijk very selfish often.’
Je voelt je niet thuis tussen de beeldend kunstenaars?
‘Nou, ik was gisteren bij een groepje filmers die in opdracht van Videoland een serie hebben gemaakt. De scripts gingen behoorlijk ver, een soort jongenshumor. Er zaten vijf verschillende regisseurs bij. Dan vind ik het toch wel leuk om daarmee te ouwehoeren over hoe iets is opgezet. Mijn vader was architect, dus ik vind constructies altijd leuk. Kijken hoe een gebouw in elkaar steekt. Een scène is in wezen ook een gebouw.’
De Jiskefet-scènes zaten inderdaad knap in elkaar.
‘Het is natuurlijk ook de montage en de timing, maar het is wel waar wat jij zei over de chemie met Beppie Melissen. Dat was net een elastiekje. Ik hoefde maar dit te doen en ze… Maar ja, dat had ik met Herman Koch en Kees Prins ook.’
En als ze je zouden vragen voor rondreizend theaterfestival De Parade?
‘Tussen al die mensen die leuk doen? Nee, ik kan niet tegen die cultuur. Veel te veel gierst en van die flesjes rosé. Dat hele gedoe van lekker gek doen met z’n allen en zelfgemaakte quiche. Verschrikkelijk.’
De dame van het Hilton komt eraan: de tosti zit eindelijk in het apparaat. Michiel, op luide toon: ‘Yes!!!’
Bij welk publiek voel jij je wél thuis? Hoe zou je jouw doelgroep omschrijven?
‘Daar wil ik eigenlijk nooit over nadenken. Dan denk ik: loop een uur met me over de markt. Er is ooit door de universiteit een onderzoek gedaan naar welke humor bij welke doelgroep aansloeg. Paul de Leeuw scoorde redelijk, en Jiskefet bij alle lagen van de bevolking. Ik was laatst op de perstribune in de Bunker, bij het verhoor van zo’n huurmoordenaar. Die begon enthousiast te zwaaien. Ik keek achterom. Bleek het toch echt voor mij te zijn. Later sprak ik zijn advocaat bij de koffieautomaat. Die zei: mijn client is zo’n fan van jou! Die kent alle sketches uit zijn hoofd! Doodeng.’
Wie vind jij een goede komiek?
‘Peter van Straaten waar je het net over had, belde me zo’n vier jaar geleden een keer op: Chiel ga je mee? We gaan naar André van Duin. Ik zei: Jezus Christus, Peter. Maar oké, wij naar André van Duin. Ik heb van mijn leven nog nooit zó gelachen. Ik denk dat die man aan het einde van zijn carrière ook álle remmen losgooide. Ik piste in mijn broek. Dan had-ie weer een soort lampenkap op zijn hoofd… Het was zó oubollig, waardoor het zo ontzettend geestig werd. In de jaren zeventig gaf hij toch ook ongehoord geestig commentaar bij het programma Vlieg er eens uit.’
Ik moet plotseling denken aan die cricketscène van Jiskefet: ‘He is making a square circle now’.
‘Dat filmpje is onlangs gejat! The Irish Post, een digitale krant, had het op haar site geplaatst zonder ons daarin te kennen. En weet je hoeveel keer het is aangeklikt in die maand? Tien miljoen keer! Bij YouTube krijg je 1.000 dollar bij 1 miljoen clicks. Ze hadden dus gewoon 10.000 dollar van ons gejat.’
Rembrandt was ook bij leven arm. Wat ik ermee wil zeggen…
Michiel kijkt me gespeeld verbijsterd aan: ‘Ik ga straks met mijn tosti naar het dak…’
Even zonder dollen Michiel, jij geeft mensen zó veel levensvreugde, mensen zoals ik, die latent depressief zijn…
Michiel veert op. ‘O ja, ben jij depressief? Wat doe je er dan aan?’
Ik heb in Spanje twee jaar op een berg zitten staren. Heb jij ooit last gehad van depressies?
‘Vroeger veel. Dat ik echt niet wist wat ik moest.’
Mensen vinden mij zwaar op de hand, en noemen jou zuur.
‘Optimistische mensen zijn dom. Dat stond laatst in de krant (artikel over filosoof Philipp Blom, red.).’ Romeyn somt vervolgens namen op van bekende acteurs: ‘John Kraaijkamp senior was depressief en zwaar alcoholist…’ Ik vul hem aan: Charlie Chaplin, John Cleese en Benny Hill. Romeyn knikt: ‘Ik denk dat elke komiek geen platbodem is, de kiel raakt af en toe de grond…’ Ineens: ‘Eet nou je tosti op. De fotograaf staat te wachten!’
Verschrikt bedenk ik dat ik nog niets over Amsterdam heb gevraagd. Michiel, gespeeld verbolgen: ‘Ja, en we hebben het ook helemaal niet over kunst gehad.’
We zijn anderhalf uur verder, maar ik zou je wel 24 uur kunnen spreken. Net als dat in dat VPROprogramma 24 uur met…
‘Daar ben ik voor gevraagd, maar dat heb ik geweigerd. Dan voel ik me zo opgelaten. Ik word al zenuwachtig van de fotograaf, laat staan van die camera 24 uur lang.’
Je bent een Amsterdammer, net als ik. Vind je Amsterdam ook niet achteruitgegaan, door de verwoestingen van die vastgoedjongens en expats?
‘Ja, en vooral door die toeristen. Verschrikkelijk. Het is gewoon een decor van Disneyland geworden. Die gevels zijn ook net opgetrokken. Het is helemaal geen stad meer, eerder de Efteling. Net als in China, waar ze Amsterdam hebben nagebouwd. Ik zei laatst nog: je zou Amsterdam gewoon ergens in de polder moeten nabouwen en die toeristen erheen sturen. Die hebben er toch geen erg in.’
Wijst: ‘Ik lust niet eens tosti’s.’
Alleen in de Kinkerstraat proef ik nog het oude Amsterdam, met al die leuke kleine ondernemers.
‘Ik kom nooit in de Kinkerstraat. Dat is toch met al die lelijke sociale woningbouw? Verschrikkelijk. Dat is godverdomme die Schaefer geweest die al die rotzooi daar heeft gebouwd.’
Spreekt nu als Bep van Mokum, in plat Amsterdams: ‘Goed, we gaan naar boven, ik ga effe douchen en dan de jacuzzi in en alleen maar denken aan de Kinkerstraat.’
Michiel Romeyn en voormalig kunstcriticus Jhim Lamoree zijn van 17 mei tot 15 september 2019 de samenstellers van ArtZuid 2019. De Amsterdam Sculptuur Biënnale presenteert een belevingstentoonstelling met meer dan zestig figuratieve beelden en ruimtelijke installaties.
Wil je er zeker van zijn dat je geen enkel interview, sappig verhaal, leuke column of nieuwe hotspot in Amsterdam mist? Neem een XXXL abonnement en ontvang voortaan elke 3 maanden AMSTERDAM XXXL op je deurmat voor maar €25,- per jaar! Ook superleuk als cadeau.
Het magazine AMSTERDAM XXXL is te koop in heel Nederland. Vul hiernaast je locatie in en zie waar de dichtstbijzijnde winkel is.
Mis je een van de vorige edities en zou je deze graag aan je AMSTERDAM XXXL collectie toevoegen of ben je gewoon nieuwsgierig naar een specifiek interview of foto’s van een evenement in een van de vorige edities?
Iedere editie is los te verkrijgen voor maar € 7,95!
Jimena Rico & Mark Teurlings
Reinwardtstraat 162
1093 HP Amsterdam
E-mail: info@amsterdamxxxl.nl
Een ding dat Jimena Rico en Mark Teurlings gemeen hadden, en nog steeds hebben: een grote liefde voor de stad Amsterdam! Uit deze liefde is dan ook het idee geboren om een magazine geheel te wijden aan deze prachtige stad. En als zij het doen, dan doen ze het goed. Het kon namelijk niet ‘zomaar’ een glossy worden, maar het moest van een ander kaliber zijn: Een chique uitstraling, mooi voor in een collectie, eigentijds en voor ieder wat wils. En dat is gelukt! Ondertussen is het team gegroeid en blijft AMSTERDAM XXXL zich ontwikkelen.
Hoofdredactie Jimena Rico & Mark Teurlings
Artdirection & vormgeving Saskia Geleedts
online concept © hosting
CAPREA MEDIA