Skip to main content

Ruben! The baby is crying

25 september 2018

Actrice Cynthia Abma prikt voor dit blad steeds weer een vorkje met een BN’er. Dit keer geniet ze van een bijzondere Indonesische keuken in gezelschap van acteur Ruben van der Meer. Als ie op tijd is, tenminste. ‘Ik ben onderweg! Gedoe!’

Ik heb een lunchdate Ruben van der Meer, die mij ruim voor de afgesproken tijd appt: ‘Ik ben onderweg. Gedoe. 15 minuten.’ ‘Oké. Niet stressen’, app ik terug. Dan kan ik even het interieur van het restaurant op me in laten werken. We hebben afgesproken in hartje Amsterdam, bij Bumbu Kitchen, van chefkok Jaimie van Heije en ondernemer Casper Reinders. Zij hebben hun hart voor culinair ondernemerschap en grote passie voor de Indonesische keuken gecombineerd en serveren hier, in het vijfsterren-hotel NH Collection Doelen, ontbijt, lunch, diner en drankjes. Een fijne sfeer. De paarse kleur op de muur is niet bepaald middle-of-the-road en blijkt speciaal ontwikkeld voor dit restaurant. In combinatie met de lichthouten tafels en witmarmeren vloer staat het echt waanzinnig. De menukaart is evenmin doorsnee.

Mijn date en de chef-kok komen bijna tegelijkertijd binnenlopen. ‘Sorry’, zegt Ruben. En Jaimie echoot: ‘Sorry dat ik iets te laat ben! Gedoe met parkeren.’ Jaimie en Ruben slaan elkaar vriendschappelijk op de rug. Hun vriendschap is jaren geleden ontstaan op IJburg, toen ze daar beiden woonden. Onlangs deden ze ook allebei mee aan het tv-programma Super star chef (SSC) van RTL4. Ruben was gekoppeld aan topchef Freek van Noortwijk en Jaimie vormde met Ronald de Boer een team. Jaimie: ‘Het was leuk om eraan mee te doen. Vooral omdat het ‘echt’ was. Er was niks gescript, we kregen geen tekst, het moest vanuit onszelf gaan. Gelukkig maar!’

Ruben: ‘Samenwerken met Freek was vooral erg gezellig. De opnames waren altijd op maandag. Iedereen weet, maandag is na het weekend en weekenden zijn soms zwaar… Haha! Voor Freek helemaal. Die jongen werkt keihard en heeft volgens mij ook weleens een vrij lange nazit. Dus op maandagochtend moesten we beiden altijd even wakker worden. ‘O ja, wat gaan we ook alweer koken?’ vroeg Freek dan. ‘Ja, dat weet jij’, antwoordde ik, ‘jij bent hier de coach!’ Vanuit het programma kregen we de ingrediënten, de chef-koks bedachten de gerechten die de BN’ers vervolgens moesten klaarmaken. In het begin deden we dat allemaal samen, maar gedurende de afleveringen moest je steeds meer alleen doen.’

Jaimie: ‘Ik heb Ronald echt getraind, want hij kon écht niks. Geen grap! De laatste afleveringen lijkt het of het allemaal van een leien dakje gaat, maar hij heeft er echt keihard voor gewerkt.’ Ruben: ‘Ronald is een topsporter, die wil winnen, is heel fanatiek. Dus hij is heel hard gaan trainen. Jullie hebben samen echt heel veel gekookt. Het was ook gewoon superlekker!’

Dus het was wel terecht dat Ronald en Jaimie SCC gewonnen hebben?
Ruben: ‘Absoluut! En kun je nagaan hoe ver ik het nog geschopt heb. Vier afleveringen zónder te oefenen.’
Jamie: ‘Ik zie nog Freeks gezicht bleek wegtrekken toen we te horen kregen dat we niet meer mochten overleggen.’
Ruben: ‘Man, man, het eerste gerecht hadden we een beetje geoefend, dus dat ging nog wel. Toen kwam het hoofdgerecht en daar hadden Freek en ik nog niks van doorgesproken. Kregen we ineens te horen: ‘Jullie mogen nu ook niet meer met elkaar praten of overleggen. Toen moest Freek mij even snel uitleggen wat we, of eigenlijk ík als hoofdgerecht ging maken! Eerder kwamen we goed weg met het lastminute improviseren, maar nu ging dat natuurlijk niet meer.’
Jaimie: ‘Dat gezicht van Freek toen hij tegen Ronald en mij zei: ‘Jullie hebben geoefend hè? O, jullie hebben geoefend!’ Maar ik ga de keuken in, wat te eten maken voor jullie.’

Klimaatbewust

Topplan! Het eerste gerechtje dat hij iets later op tafel komt zetten is ‘Bun babi’, een soort luxe bapao met buikspek, rode ui en pindacrème. We nemen tegelijk een grote hap. ‘Mmmm’, mompelen we met volle mond naar elkaar. Lekker!

Ruben: ‘Ik was laatst op het Bacchus Wijnfestival en daar at ik een luxe ‘kapsalon’. Goede friet met de schil er nog aan. Buikspek in plaats van shoarma, lekker gegaard, pulled pork, goede rauwkostsalade en een kaassaus van cheddar overheen. Goddelijk! Eet jij vlees?’

Ja, maar niet iedere dag. En als ik het eet, dan wel van mijn biologische slager, Kees de Bouter. Jij?
Die bio-industrie is zo verschrikkelijk, dat kan gewoon niet meer. Het is zo belastend voor het milieu. Ik eet nog maar twee keer per week vlees. Elke dag dat je geen vlees eet, helpt al. Als je bedenkt dat je voor 1 kilo rundvlees 15.000 liter drinkwater nodig hebt! Drinkwater wordt echt een probleem. We moeten gewoon wat minderen allemaal. Als we willen dat onze kinderen en kleinkinderen ook nog een beetje kunnen genieten van dit leven op aarde, moeten we toch dingen gaan veranderen.

Ben je daarom ook mede-eiser in een rechtszaak die Milieudefensie heeft aangespannen tegen Shell?
Ja, klopt. Milieudefensie wil dat Shell zijn beleid aanpast en stopt met het aanrichten van wereldwijde klimaatschade. Shell blijkt al sinds 1955-1960 te weten dat het in hoge frequentie verbranden van fossiele brandstoffen tot klimaatverandering leidt. Zij wisten dus toen al dat dit zou gaan gebeuren! Shell verdient aan de fossielebrandstofhandel ongelooflijk veel geld. Dat is tot daaraan toe. Maar neem dan ook je verantwoordelijkheid. Nu ontkennen ze dat ze er al zo lang vanaf wisten en werken het milieuverdrag van Parijs tegen. Ze willen een imago dat laat zien dat ze goed bezig zijn met duurzaamheid. Terwijl 96 procent van hun budget keihard naar de corebusiness van fossiele brandstoffen gaat. Tot het allemaal opraakt. Dan ben je gewoon slecht. ‘Shell helpt’ was altijd hun slogan. Als zij nu eens hun beleid aanpassen, dan helpen ze pas écht! Het vriendelijk vragen helpt toch niet, dus vandaar een rechtszaak. Als dat lukt, biedt dat hoop dat andere bedrijven zullen volgen. Ik scheid mijn afval, recycle, heb een hybride auto die ik oplaad met de zonnepanelen op mijn dak. Ik probeer zo veel mogelijk te doen wat ik kan. Maar pas als bedrijven zoals Shell hun beleid gaan aanpassen, worden er echt stappen gezet.

Punkband

‘Hebben jullie nog trek?’ Jaimie komt nog een paar ‘snacks’ op tafel zetten. ‘Pangsit goreng’, gamba, sesam en lente-ui. En ‘Bun soft shell’, tempura, softshell krab met wakame. ‘Ik ga jullie hele tafel volbouwen. Is dat goed?’ vraagt Jaimie lachend. ‘Graag!’ antwoorden wij allebei.

Ruben, ben jij een eigenlijk een echte Amsterdammer?
Jazeker! Ondertussen een minderheid in Amsterdam. Geboren op de Herenstraat tussen de Keizers- en de Herengracht. Daar hebben we tot mijn zevende gewoond en daarna zijn we naar de Barentszstraat bij Prinseneiland gegaan. Mijn vader woont daar nog steeds. Mijn moeder is overleden, alweer zeven jaar geleden. Ik heb een broer en die is kok. Bij café-restaurant Amsterdam.

Dat is al jarenlang een van mijn favorieten!
Ja hè, altijd goed! Vind ik ook. Hij werkt er al 21 jaar. Allebei zijn dochters hebben er al in de bediening gewerkt.

Hebben jullie de liefde voor koken en eten van huis uit meegekregen?
Mijn moeder kon goed koken. Mijn vader kookte ook geregeld, altijd Italiaans gericht: pizza, lasagne, en alles zelfgemaakt. Toen mijn broer een jaar of dertien was, wilde hij graag zelf koken. Mijn moeder dacht: best goed als de jongens een keer per week koken. Mijn broer blij en ik dacht vooral: oké… Dus de eerste paar keer aten we vooral hotdogs en hamburgers. Ik ging wel steeds meer uitproberen.

Onze ouders lieten ons heel vrij. Mijn broer was lang drummer in een punkband en tourde daarmee vanaf zijn veertiende door heel Europa. Ik heb twee dochters, van twaalf en vijftien. Als zij nu ineens zouden zeggen: ‘Pa, we gaan touren met een punkband. Door heel Europa.’ Ik ben blij dat ze graag thuis zitten te strijkkralen of tekenen. 

De volgende gerechtjes worden alweer op tafel gezet. De ‘Zalm VOC’, een stukje zalm met VOC-specerijen, atjar en kurkumamayonaise. ‘Pepesan’, makreel gemarineerd in een bananenblad, gestoomd en even op de barbecue, geserveerd met zoetzure rodekool, legt Jaimie uit. Ten slotte de ‘Pulpo’: inktvis gepaneerd in kroepoek met dunyamayonaise, een beetje chili en limoen. Zoetzure komkommer erbij. Alles ziet er wederom prachtig uit. Terwijl Ruben wat limoen over de inktvis sprenkelt, vraag ik hem of hij altijd al vader heeft willen worden.

Peuterniveau

‘Jazeker! Altijd gewild. Mijn moeder werkte op een peuterspeelzaal op de Herenmarkt, iets wat ze 35 jaar gedaan heeft. Toen ik op de lagere school zat, de Burghtschool op de Herengracht, ging ik altijd tijdens de overblijf naar mijn moeder, 200 meter verderop. Daar speelde ik dan met kinderen van tweeënhalf tot vier jaar. Heb ik tot mijn elfde gedaan. ‘O ja, wat deden we ook alweer gisteren?’ En hop, was ik weer terug op peuterniveau. Heerlijk! Door mijn moeder kreeg ik al snel oppasbaantjes: peuters, maar ook baby’s. Ik heb het altijd leuk gevonden en zo bijzonder.

Toen ik een jaar of twintig was wilde ik graag naar de toneelschool. Ik dacht: wie vind ik nou echt te gekke acteurs? De Niro, Pacino, James Dean. Waar hebben zij het geleerd? New York! Toen ben ik gaan kijken of ik daar een opleiding kon gaan volgen. Heel moeilijk natuurlijk. Ik ben als au pair naar New York gegaan en heb daar bijna een jaar aan de HB-studio gestudeerd. Overdag oppassen en ’s avonds naar school. Toen ik daar kwam, was het kindje net twee maanden. De vrouw van het gezin werkte, de man werkte vanuit huis. Hij was een New Yorkse Italiaan, een vermoeiende gast die eigenlijk de hele tijd over mijn schouder aan het meekijken was. Kijk, als een baby huilt, hoef je hem niet altijd gelijk uit zijn bedje te tillen. Je kunt even rustig over zijn buikje aaien, geruststellende woordjes spreken, speeldoosje aan. Dan wacht je eventjes en op een gegeven moment valt-ie wel in slaap. Hij riep dan gelijk: ‘Ruben! What are you doing? The baby is crying!’’

Best knap dat je het een jaar hebt volgehouden!

Dat komt ook omdat de opleiding echt te gek was. De leraren gaven me goede inzichten waar ik nu nog veel aan heb.

Ben je terug in Nederland toen de toneelschool gaan doen?
Dat wilde ik wel, maar ik ben vijf keer afgewezen!

Was je al te veel ‘gevormd’?
Ja. Zoiets. Eigenlijk onzin toch? Ze kunnen ook denken: wat gaaf dat deze jongen zo gedreven is dat hij al tien maanden in New York heeft gezeten. Vertel eens, wat heb je daar geleerd? Wij pakken het zo aan. Wellicht leer je hier weer andere technieken. Maar goed. De combi van werken en leren wat ik daar deed, beviel me wel goed. Ik ben in Den Haag drie jaar de Acteer Studio van Cliff Sutton gaan doen. Daar was ik op mijn plek.

En inmiddels alleen maar aan het werk geweest!
De afgelopen jaren heb ik wel hard gewerkt ja. De Lama’s. In films en tv-series gespeeld, onlangs nog in Papadag. Met Tijl Beckand heb ik de afgelopen twaalf jaar getourd met De Grote Improvisatie Show. Na de Lama’s Back in Action vorig najaar in de Ziggo Dome heb ik even vrij genomen. Wel SSC gedaan en een tekenfilm ingesproken. Momenteel ben ik bezig met de opnames van Het Perfecte Plaatje. Ik leer dus van alles over fotografie, echt supergaaf! Maar door even niet te touren en minder klussen aan te nemen heb ik nu een film geschreven. Dat is toch ook best leuk.

Zeker leuk! Wat zijn je plannen met dat filmscenario?
Met een collega/producent gaan we een budget maken. Ik ga het absoluut niet indienen bij het Filmfonds. Als er iets is dat alle creativiteit een halt toeroept, is het het Filmfonds wel. Ik wil kijken of er een manier is om toch films te maken waarbij je snel je geld weer terugverdient. Kijk, er zijn mensen die geld verdienen aan films maken, voor hen is het hun corebusiness. Zo sta ik daar niet in. ‘Films maken is een heel dure hobby’, zei ik laatst tegen mijn vrouw. Voor de duidelijkheid, Sally is mijn vriendin, maar na 22 jaar kun je wel speken van ‘vrouw’, toch? Mijn moeder zei ook altijd tegen ons: ‘Ik heb mijn verkering meegenomen, vinden jullie het erg?’ En dat was dan mijn vader. Haha! Zij waren wel getrouwd, maar dit vond ze gewoon leuker klinken.

Waarom zijn jullie niet getrouwd?
Ik heb inmiddels veel trouwerijen gezien, maar ik blijf het een raar soort ceremonie vinden. De mooiste dag van ons leven moet dat dan zijn. Wow! En hierna dan? Dan moet je nog je héle leven.

Jaimie zet de desserts op tafel. ‘Indo sundae’: vanilleijs met pindacrumble en sambal in plaats van karamel. En ‘Katjang karamel’, een taartje van pinda’s en mais, gekarameliseerde pinda’s, popcornijs en gekarameliseerde popcorn. Het ziet er opnieuw waanzinnig uit, en lékker! Ruben: ‘Als ik mijn kinderen dit vertel, worden ze gek.’ Jaimie brengt nog koffie en neemt afscheid van ons. Hij gaat snel naar zijn andere restaurant in Oudekerk aan de Amstel. ‘Ja, druk’, lacht hij. ‘Tot snel Ruben, ik wil weer wat nieuwe gerechtjes testen.’ ‘Ja, top man’, antwoordt Ruben. ‘Ik hoor het wel.’ Wij besluiten ook te gaan en samen lopen we naar de parkeergarage.

Ga je nog wat leuks doen vanmiddag, Ruben?
Nou, voordat ik hierheen kwam was er dus gedoe. Ik liet een potje secondelijm op de vloer vallen. Op zwarte plavuizen. Ik dacht dat het wel weg zou gaan met papier en water, maar dat werkte niet zo goed, dus ik ga even de schade opnemen nu…